Skip to main content

Niet te goeder trouw, toch in de WSNP

Merel* werd werkloos, omdat haar werkgever failliet ging. Gelukkig had ze een jaar lang recht op WW. In datzelfde jaar werd Merel depressief en opende ze een tijd lang geen post. Dat het UWV informatie bij haar opvroeg en haar uitnodige voor gesprekken wist Merel daarom niet. Na een tijdje volgde er een beschikking van het UWV: de volledige uitkering én een forse boete moeten binnen 10 maanden worden terugbetaald vanwege het niet nakomen van de mededelingsverplichting...

Merel weet zich geen raad en door de problemen met het UWV ontstaan er meer en meer schulden. Ze wil er eerst met niemand over praten, maar nadat ze ook nog haar woning wordt uitgezet kan ze niet anders. Merel gaat bij haar moeder wonen en schakelt het Gebiedsteam van de gemeente in voor hulp. Een bijstandsuitkering wordt aangevraagd, psychische hulp wordt ingeschakeld en Merel wordt doorverwezen naar de Kredietbank voor schuldsanering.

Merel werd depressief en opende geen post. Dat het UWV informatie bij haar opvroeg en haar uitnodige voor gesprekken wist Merel daarom niet.

De Kredietbank doet met behulp van een saneringskrediet de schuldeisers een betalingsvoorstel van 5%. Het UWV is de enige schuldeiser die niet akkoord gaat, want hun vordering betreft een boete en is het gevolg van een overtreding. De Kredietbank zegt Merel dat een dwangakkoord of een aanvraag voor een WSNP hierdoor ook geen zin hebben en raad haar aan verder geen actie te ondernemen.

De schuldhulpverlening stopt… 

Merel wil echter een oplossing voor haar schulden en verzoekt de Kredietbank toch een WSNP aan te vragen. Gelukkig weet Merel dat zij het recht heeft om dit zelf te beslissen en de Kredietbank verplicht is om hierbij te helpen.

Enkele maanden later volgt er een toelatingszitting op de rechtbank. De vordering van het UWV is niet te goeder trouw ontstaan, nog geen 5 jaar oud en dus in principe reden om het verzoek voor een WSNP af te wijzen. Maar Merel vertelt de rechter hoe deze schuld is ontstaan tijdens een depressie en weet de rechtbank te overtuigen dat daar op dit moment geen sprake meer van is. Haar moeder en een hulpverlener bevestigen dat ze de omstandigheden nu onder controle heeft. Dit beroep op de zogenoemde ‘hardheidsclausule’ slaagt en Merel wordt tóch toegelaten tot de WSNP. Wij worden benoemd als bewindvoerder.

Merel vertelt de rechter hoe de schuld is ontstaan en wordt tóch toegelaten tot de WSNP.

Aan het begin van de WSNP heeft Merel nog een bijstandsuitkering en kan er niets worden gespaard voor de schuldeisers. Na een cursus solliciteren en met haar doorzettingsvermogen en positieve houding krijgt ze na een jaar een fulltime baan. De WSNP van Merel is geëindigd met een schone lei, waarbij de schuldeisers bijna volledig zijn voldaan.

Achteraf is Merel blij dat ze heeft aangedrongen op een WSNP en is Merel (en haar bewindvoerder) trots op het feit dat ze haar schuldeisers niet 5%, maar 95% heeft kunnen terugbetalen.

 

* Merel is niet de echte naam van onze saniet (persoon in WSNP)